Ik overdacht hoe erg slecht ik geweest ben en niettegenstaande dat corrigeert of berispt de Heer me niet. Terwijl ik hierover nadacht, voelde ik Hem binnenin mij bewegen en Hij zei me: “Mijn dochter, ga door... Ik ben goedheid, barmhartigheid en vriendelijkheid, maar ook rechtvaardigheid, kracht en macht. Als Ik dan ook zou zien dat je terugvalt of uit vrije wil tekort schiet, zou je, met het oog op de vele genaden die Ik je heb geschonken, het verdienen om neergeslagen te worden, en inderdaad, Ik zou dat doen. En zo niet, dan begrijp jezelf waarom. Als Ik niet altijd met je praat, is het op het moment dat je in je geest de waarheden zaait die Ik je heb onderwezen. Keer je dan naar binnen en verenig je met Mij, en Ik zal altijd dicht bij je zijn om inwendig met jou te handelen.”
Deel 8 – 17 juli 1907
In mijn gebruikelijke toestand kwam mijn gezegende Jezus voor een ogenblikje en zei: “Mijn dochter, het ware teken om te weten of de ziel in Mijn Wil leeft is, dat alles wat haar overkomt, iedere omstandigheid, plaats vindt in vrede, omdat Mijn Wil zo volmaakt en heilig is, dat Die zelfs geen schaduw van beroering kan teweeg brengen. Dus als zij bij tegenstellingen, vernederingen of bitterheid uit haar evenwicht raakt, kan zij niet zeggen dat zij in Mijn Wil leeft. Als zij berusting voelt en ook verwarring, kan ze hoogstens zeggen dat ze in de schaduw van Mijn Wil leeft. In feite is zij vrij haar eigen zelf te voelen als ze buiten Mijn Wil leeft, maar niet binnen Mijn Wil.”